Laatste update:
11 april 2022
De meeste professionals zijn al behoorlijk goed op de hoogte van wat er nieuw is aan omgevingsveiligheid vanaf 2021. Maar wat als je dat nog niet bent, of je er nog geen beeld van kan vormen? In 1 uur tijd zie je theorie én praktijk langskomen van de wondere wereld die omgevingsveiligheid heet!
Jan-Willem van Wijngen , Cauberg Huygen
Nancy Oberijé , Oostkracht10
Merle de Lange , Oostkracht10
Marlouce Biemans , Royal HaskoningDHV
DEZE SESSIE IS VOL, u kunt een andere sessie uit dezelfde ronde kiezen.
Het veilig plaatsen van windturbines nabij risicovolle bedrijven is een onderwerp dat meer aandacht behoeft. Namens de Kennistafel Veiligheid Windenergie lichten we in deze sessie de denklijnen toe die gelden bij het beoordelen van die situaties. Daarnaast was het Nevelle-arrest en de impact op de beoordeling van de milieuaspecten het afgelopen jaar een groot thema. Namens het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zal toelichting gegeven worden op de actuele stand van zaken.
Jeroen Eskens , Antea Group NL
Wiro Gruijters , Antea Group NL
Erwin Haan en/of Taco Kooistra , Ministerie van IenW
Amanda Jansen , Antea Group NL
DEZE SESSIE IS VOL, u kunt een andere sessie uit dezelfde ronde kiezen.
Een veilige en gezonde leefomgeving is het hoofddoel van de nieuwe Omgevingswet. De wet introduceert ook een nieuwe systematiek voor externe veiligheid, namelijk van een kwantitatieve benadering van groepsrisico naar aandachtsgebieden per scenario (brand, explosie en gifwolk). Maar welke plek verdient omgevingsveiligheid nu in de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan? Een aantal gemeenten in samenwerking met hun veiligheidsregio’s en omgevingsdiensten is hier al mee aan de slag gegaan. In deze sessie delen we de ervaringen van deze partijen en blikken we vooruit op te nemen vervolgstappen.
Hans Iserief , Marcel van den Biggelaar en Tom Verputten , Gemeente Tilburg
Menno de Jonge , Veiligheidsregio Groningen
Ronald Kooman , Gemeente Dordrecht
Lilian Weeda, Omgevingsdienst West-Brabant
Het klimaat verandert. Hitteperiodes en extreme piekbuien gevolgd door overstromingen kunnen een gevaar opleveren voor chemische bedrijven. Samen met bedrijven hebben we geïnventariseerd met welke maatregelen we ons kunnen voorbereiden op weersextremen. In deze sessie zullen we deze maatregelen presenteren en toelichten.
Ondanks allerlei veiligheidsmaatregelen blijft er altijd een kans dat het mis gaat. In het pallet van mitigerende maatregelen kom je dan snel uit op een keuze tussen stationaire brandveiligheidsvoorzieningen of de inzet van een (bedrijfs-)brandweer.
Er zijn twee aanleidingen waarom een bedrijf een wettelijk verankerde bedrijfsbrandweer dient te hebben. Het ene spoor komt voort uit de Wet Veiligheidsregio’s, het andere kan leiden tot het hebben van eigen bedrijfsbrandweer binnen de mogelijkheden die de Omgevingsvergunning biedt. De sprekers nemen de deelnemers tijdens deze sessie mee in beide sporen.
Frank Lelieveld , Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Marcel Nijssen , Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
De PGS-richtlijnen beschrijven de best beschikbare technieken voor de opslag van gevaarlijke stoffen. In het kader van de Omgevingswet worden alle bestaande PGS-richtlijnen herzien zodat deze direct toepasbaar zijn onder de Omgevingswet.
De herziene PGS 31 is naar verwachting in 2022 klaar voor de publieke consultatie. Deze richtlijn is van toepassing op de tankopslag tot 150 m³ van overige gevaarlijke vloeistoffen. Door dit brede toepassingsgebied heeft PSG 31 invloed op de bedrijfsvoering van grote bedrijven tot kleine bedrijven. Jan van Dixhoorn (namens VNCI) en Chuchu Yu (namens Mengend Nederland), beiden betrokken bij de herziening van PGS 31, zullen een overzicht geven van de belangrijkste onderwerpen en verwachte wijzigingen in de herziening.
Chuchu Yu , NVZ
Jan Maarten van Dixhoorn , The Dow Chemical Company
Ondanks de kleine kans dat een zonnepaneel de oorzaak is van een brand, lopen toch steeds meer eigenaren van (grote) bedrijfspanden tegen problemen aan met de verzekerbaarheid van deze panelen. Dit is een steeds vaker genoemde reden waarom zonnestroomsystemen, waar al een SDE++ subsidie voor is uitgegeven, niet worden geplaatst (ook wel vrijval genoemd).
In deze sessie gaan we dieper in op de verschillende percepties van het concept ‘risico’ die bestaan bij verzekeraars, de zonne-energiesector en gebouweigenaren. We gaan hierbij graag in gesprek met de deelnemers over de bredere invloed van (toekomstige) veiligheidsvraagstukken op de energietransitie.
Door de ingezette energietransitie neemt naar verwachting het aantal multi-fuel tankstations (MFTs) de komende jaren toe. Bij een MFT kunnen verschillende soorten brandstof worden getankt, zoals LNG, CNG, waterstof, LPG, benzine en diesel. Voor de beheersing van de risico’s is er regelgeving voor de afzonderlijke brandstoffen en zijn er PGS-richtlijnen. De vraag is hoe met de combinatie van verschillende brandstoffen moet worden omgegaan. Op verzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft het RIVM hier een oriënterend onderzoek naar uitgevoerd. De resultaten zijn begin 2021 gepubliceerd in een rapport. Als vervolg hierop is het RIVM gevraagd nader te verkennen of sommatie van de risico's van de afzonderlijke brandstoffen in een MFT kan leiden tot een significant grotere PR 10-6 contour. En zo ja, of deze situaties in de praktijk ook te verwachten zijn. In deze sessie gaan we in op de in- en externe veiligheidsafstanden voor MFTs en wat dit in de praktijk kan betekenen.
Er is een aanpassing van het Omgevingsbesluit voorgesteld waarmee de wetgever Brzo-bedrijven wil verplichten om financiële zekerheid te stellen. Het doel is om te voorkomen dat overheden na faillissement van een bedrijf kosten moeten maken voor het herstellen van milieuschade of het saneren van bedrijfsterreinen. . Ook voor afvalverwerkende bedrijven zou hier een mogelijkheid moeten komen. In de sessie worden de achtergronden en uitwerking van de aanpassing toegelicht.
Het gebruik van lithium-ion batterijen neemt snel toe. Dit vergroot de behoefte aan duidelijke richtlijnen en kaders voor dit onderwerp. Vorig jaar is een toelichting gegeven op de stand van zaken van de twee nieuwe delen in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen: één voor de opslag van Li-ionbatterijen en één voor de toepassing in energie-opslagsystemen. In deze sessie geven we een update van de huidige stand van zaken.
Het Rekenvoorschrift module III gaat over het vervoer van gevaarlijke stoffen en is onderdeel van het handboek omgevingsveiligheid van het RIVM. Het rekenvoorschrift beschrijft hoe effecten en het plaatsgebonden risico kunnen worden berekend voor dit vervoer over wegen, spoorwegen en winnenwateren. Lokaal bevoegd gezag kan dit betrekken bij afwegingen en besluitvorming over het bieden van bescherming. In deze sessie wordt de opzet van het rekenvoorschrift gepresenteerd. Nieuwe inzichten worden toegelicht
Suzanne Verkleij , RIVM
Nanja Smets , RIVM
Het belang van een veilige en gezonde leefomgeving wordt vaak te eenzijdig belicht vanuit externe veiligheid. Neem flitsrampen. Deze worden beleefd als hoog risico, maar het daadwerkelijke risico op overlijden valt relatief mee. Aan sluiprampen overlijden meer mensen. Een blik met nuance zal onder de streep tot meer gezondheidswinst leiden. Deze sessie neemt u mee in de risico-arena, waar getallen en hormonen elkaar bevechten.
Amanda Jansen , Antea Group NL
Sven Evertz , Antea Group NL
Thijs Groenveld , Antea Group NL
DEZE SESSIE IS VOL, u kunt een andere sessie uit dezelfde ronde kiezen.
Externe veiligheid integreren in het bouwproces klinkt mooi, maar vereist wel specifieke kennis en vaardigheden. Hoe weeg je bijvoorbeeld de eisen af rondom de energietransitie, circulaire economie, natuur-inclusief bouwen en veiligheid? Op wat voor manier zorg je dat EV-belangen worden meegenomen in die afweging? En hoe hoog op de prioriteitenlijst staat EV eigenlijk? In deze brainstormsessie discussiëren we over de afweging die het bevoegd gezag moet maken om alle thema’s mee te nemen in haar bouwopgave. Naast genoemde vragen krijgt ook het regelen van de kennisdeling aandacht, te meer daar er aan een visie op de EV-kennisinfrastructuur wordt gewerkt.
Drie sprekers vanuit de wereld van duurzaam bouwen nemen ons kort mee in hun wereld, waarna we in een interactieve sessie ingaan op actuele kwesties. Na afloop weet je waar je kennis over de bouwwereld en het bouwproces kunt halen, wat je moet weten en hoe je jezelf beter positioneert in het proces.
Jan-Willem van Wijngen , Cauberg Huygen
Rinus Vader , Royal HaskoningDHV
Simone van Dijk, Royal HaskoningDHV
Marlouce Biemans , Royal HaskoningDHV
Een projectmatige aanpak voor invoering van (Register) Externe Veiligheid wordt voorbereid door IenW IPO VNG ODNL en NIPV (voorheen IFV). De inzet is de randvoorwaarden te regelen die Bevoegd Gezag en Omgevingsdiensten nodig hebben om externe veiligheid per datum inwerkingtreding Omgevingswet te kunnen inbedden in omgevingsbeleid en VTH. Beoogd projectleider van dit interbestuurlijke project Vincent Aalbers geeft tekst en uitleg.
Een van die randvoorwaarden is dat kwetsbare gebouwen en locaties zijn aan gewezen en zichtbaar zijn. Deze verbonden met de drempelwaarden voor opslag gevaarlijke stoffen. Wat zijn verschillen tussen Bkl en Wvr? Waar lopen gemeenten tegenaan bij het aanleveren van deze gegevens? Hoe worden gegevens voor initiatiefnemers op een kaart getoond? Op welke wijze moet EV-advisering hiermee rekening houden? Een presentatie over de achtergronden vanuit het gezichtspunt van de veiligheidsregio’s door Guus Welter, projectleider DSO Veiligheidsregio’s bij het NIPV.
Aan de hand van praktijkvoorbeelden en recente uitspraken praten Esther Broeren en Christiaan Soer u bij over de rechtspraak op het gebied van externe veiligheid. Aansluitend is er ruimte voor discussie en het stellen van vragen.
Esther Broeren , Element Advocaten
Christiaan Soer , Royal HaskoningDHV
DEZE SESSIE IS VOL, u kunt een andere sessie uit dezelfde ronde kiezen.
Aandachtsgebieden vervangen een belangrijk deel van het groepsrisico. Dit betekent dat je in één oogopslag kunt zien waar je wel kunt bouwen zonden restricties en waar niet. We hoeven dus geen groepsrisico meer te berekenen om toch veilig ruimtelijk te kunnen ontwerpen. Maar wat nu als je binnen een aandachtsgebied iets op een veilige manier wilt ontwikkelen? Die vraag staat in deze sessie centraal. Binnen een aandachtsgebied zijn namelijk maatregelen mogelijk om de effecten van een incident te beperken en bewoners te beschermen. We gaan in op vragen als: Wat is de invloed van de omgeving op de effectiviteit van deze maatregelen? Hoe kun je bepalen welke maatregelen op welke plek effectief zijn? En is het nodig om hieraan te rekenen?
DEZE SESSIE IS VOL, u kunt een andere sessie uit dezelfde ronde kiezen.
Wanneer aandachtsgebieden berekend moeten worden, wordt gebruik gemaakt van Safeti-NL. Voor alle Seveso-bedrijven en diverse overige Bevi-bedrijven moeten de aandachtsgebieden berekend worden. Bij het berekenen van de aandachtsgebieden wordt gebruik gemaakt van de gegevens die in de bestaande QRA (kwantitatieve risicoanalyse) staan. Hierbij wordt geen rekening gehouden met relevante omgevingsvariabelen die van invloed kunnen zijn op de effecten. Zo kunnen aanwezige wallen en de verhoogde ligging van snelwegen rondom een BRZO-bedrijf een effectieve bescherming zijn tegen de effecten van brand en explosie. Het te beschermen gebied is dan kleiner dan de omvang berekend met Safeti-NL. Ook niet alle risico- of effectreducerende maatregelen die ter plaatse zijn genomen maken onderdeel uit de QRA. Daarnaast zijn in veel gevallen de kansen op bepaalde effecten zeer klein.
Dit alles kan bepalend zijn voor waar welke aanvullende maatregelen van belang zijn. Daarom is het van belang om de aandachtsgebieden zo goed mogelijk te relateren aan de omgeving. Dit vereist maatwerk, zodat men de juiste beschermende maatregelen op de juiste plaats toepast. In deze sessie presenteren we de mogelijkheden. Dit geeft beter inzicht in de te nemen maatregelen. Naast de wettelijke aandachtsgebieden introduceren we bovendien een nieuw gebied: maatregelengebieden.
DEZE SESSIE IS VOL, u kunt een andere sessie uit dezelfde ronde kiezen.
Ook in aandachtsgebieden wordt volop gebouwd. Juist daarom is het van belang om hier met behulp van bouwkundige maatregelen bescherming te bieden tegen de gevolgen voor de omgeving van werkzaamheden. Tijdens de workshop delen experts hun ervaringen op dit gebied. Zij gaan daarbij expliciet in op de aandachtspunten bij het ontwerp van gebouwen in aandachtsgebieden en bij het stellen van bouwkundige eisen aan dit ontwerp. Doel is u inzichten te geven in de afweging en toepassing van bouwkundige maatregelen in aandachtsgebieden, de (nieuwe) uitdaging in de Omgevingswet.
Jeroen Neuvel , RIVM
Jan-Willem van Wijngen , Cauberg Huygen
Johan van der Graaf , NIPV
Susan Eggink-Eilander , Antea Group NL
Karen van Tol , Royal HaskoningDHV
De energietransitie komt in rap tempo op ons af. Zeker is inmiddels dat nieuwe energiedragers in de vorm van ‘moleculen’ een grote rol gaan spelen. Onze havens zullen een cruciale rol spelen in de import en op- en overslag van nieuwe energiedragers. Eén van de aspecten die daarbij een rol speelt is omgevingsveiligheid. Deze sessie staat wij bij:
Alan Dirks , Havenvereniging Rotterdam Port of Rotterdam
Simone van Dijk, Royal HaskoningDHV
Aandachtgebieden voor brand, explosie en gifwolken vormen het hart van het nieuwe omgevingsveiligheidsbeleid. Een vertaling van het beleid hiervoor krijgt een plek in het omgevingsplan. Het al dan niet aanwijzen van voorschriftengebieden maakt hier ook onderdeel van uit. Maar hoe doe je dat? Welke keuzemogelijkheden zijn er? Kun je verschillende zones onderscheiden? Welke plek hebben (bouwkundige) maatregelen in deze afweging? Kan de factor kans nog een rol spelen? En wat betekent dit voor de communicatie met burgers? Deze vragen komen aan bod tijdens de workshop. Er is overigens geen goed of fout. Uiteindelijk gaat het om de onderbouwing van je besluit, zorgvuldige communicatie daarover en een goede, robuuste vertaling van je afwegingen naar het omgevingsplan.
Michiel Ooms , Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
Roel Schaap , Royal HaskoningDHV
Philip Stohr , Royal HaskoningDHV